Dutch edit

Etymology edit

vergaan +‎ -lijk

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

vergankelijk (comparative vergankelijker, superlative vergankelijkst)

  1. perishable, transient

Inflection edit

Inflection of vergankelijk
uninflected vergankelijk
inflected vergankelijke
comparative vergankelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial vergankelijk vergankelijker het vergankelijkst
het vergankelijkste
indefinite m./f. sing. vergankelijke vergankelijkere vergankelijkste
n. sing. vergankelijk vergankelijker vergankelijkste
plural vergankelijke vergankelijkere vergankelijkste
definite vergankelijke vergankelijkere vergankelijkste
partitive vergankelijks vergankelijkers

Derived terms edit

Descendants edit

  • Negerhollands: verganglik