Dutch edit

Pronunciation edit

  • Audio:(file)

Participle edit

verkoperend

  1. present participle of verkoperen

Declension edit

Declension of verkoperend
uninflected verkoperend
inflected verkoperende
positive
predicative/adverbial verkoperend
verkoperende
indefinite m./f. sing. verkoperende
n. sing. verkoperend
plural verkoperende
definite verkoperende
partitive verkoperends

Anagrams edit