Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

vervoerend

  1. present participle of vervoeren

Declension edit

Inflection of vervoerend
uninflected vervoerend
inflected vervoerende
positive
predicative/adverbial vervoerend
vervoerende
indefinite m./f. sing. vervoerende
n. sing. vervoerend
plural vervoerende
definite vervoerende
partitive vervoerends

Anagrams edit