Dutch edit

Etymology edit

From voorkomen +‎ -st.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈvoːr.kɔmst/
  • Hyphenation: voor‧komst

Noun edit

voorkomst f (plural voorkomsten, diminutive voorkomstje n)

  1. appearance, look
  2. (rare) attestation
    • 1931, C.B. van Haeringen, “Toponymie”, in De Nieuwe Taalgids, vol. 25, 38:
      Moerman heeft uit de voorkomst van deze namen afgeleid, welke plaatsen zulk een ti hebben gehad en het resultaat in kaart gebracht.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1987, Hary Perridon, “Och en og. Een kontrastieve studie naar het gebruik van de voegwoorden Zweeds och, Deens og en Nederlands en”, in Tijdschrift voor Scandinavistiek, vol. 8. issue 1, 6:
      In de door Hultman & Westman onderzochte opstellen van scholieren in de derde klas van de 'gymnasieskola' (17-18 jarigen) is het percentage voorkomsten van och in het gehele materiaal (88.757 woorden) 3.3%.
      (please add an English translation of this quotation)