groene jongen
Dutch
editEtymology
editgroen 'green, ecologist' + jongen 'boy, man, person'
Noun
editgroene jongen m (plural groene jongens, diminutive groen jongentje n)
groen 'green, ecologist' + jongen 'boy, man, person'
groene jongen m (plural groene jongens, diminutive groen jongentje n)