heefeg

Luxembourgish

Adjective

heefeg (masculine heefegen, neuter heefegt, comparative méi heefeg, superlative am heefegsten)

1. frequent

Declension

declension of heefeg

number and gender		singular			plural
		masculine	feminine	neuter	all genders
predicative		hien ass heefeg	si ass heefeg	et ass heefeg	si si(nn) heefeg
nominative / accusative	attributive and/or after determiner	heefegen	heefeg	heefegt	heefeg
	independent without determiner			heefeges	heefeger
dative	after any declined word	heefegen	heefeger	heefegen	heefegen
	as first declined word	heefegem		heefegem

Adverb

heefeg

1. frequently