Dutch edit

Etymology edit

kruis (cross) +‎ beeld (statue, image)

Pronunciation edit

  • (file)
  • Hyphenation: kruis‧beeld

Noun edit

kruisbeeld n (plural kruisbeelden, diminutive kruisbeeldje n)

  1. crucifix
    In de kerk hing een groot kruisbeeld boven het altaar.In the church, there was a large crucifix above the altar.
    Ze droeg een kruisbeeld aan een ketting om haar nek.She wore a crucifix on a chain around her neck.
    Het kruisbeeld is een belangrijk symbool in het christendom.The crucifix is an important symbol in Christianity.

Synonyms edit

See also edit