religiositeit
Dutch edit
Etymology edit
Pronunciation edit
Audio (file) - Hyphenation: re‧li‧gi‧o‧si‧teit
Noun edit
religiositeit f (plural religiositeiten)
- religiosity
- Haar religiositeit is diep en oprecht. ― Her religiosity is deep and sincere.
- De religiositeiten van verschillende culturen kunnen sterk variëren. ― The religiosities of different cultures can vary greatly.
- Hij bestudeert de religiositeit van moderne samenlevingen. ― He studies the religiosity of modern societies.