Dutch edit

Alternative forms edit

Etymology edit

From chagrijn +‎ -ig.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌʃɑˈɣrɛi̯.nəx/, (informal) /ˌʃɑ.ɣəˈrɛi̯.nəx/
  • (file)
  • Hyphenation: cha‧grij‧nig
  • Rhymes: -ɛi̯nəx

Adjective edit

chagrijnig (comparative chagrijniger, superlative chagrijnigst)

  1. bad-tempered, grumpy
  2. miserable, sulky

Inflection edit

Inflection of chagrijnig
uninflected chagrijnig
inflected chagrijnige
comparative chagrijniger
positive comparative superlative
predicative/adverbial chagrijnig chagrijniger het chagrijnigst
het chagrijnigste
indefinite m./f. sing. chagrijnige chagrijnigere chagrijnigste
n. sing. chagrijnig chagrijniger chagrijnigste
plural chagrijnige chagrijnigere chagrijnigste
definite chagrijnige chagrijnigere chagrijnigste
partitive chagrijnigs chagrijnigers