Dutch edit

Etymology edit

Compound of doorslag +‎ gevend.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌdoːr.slɑ(x)ˈɣeː.əvnt/
  • (file)
  • Hyphenation: door‧slag‧ge‧vend

Adjective edit

doorslaggevend (comparative doorslaggevender, superlative doorslaggevendst)

  1. decisive

Inflection edit

Inflection of doorslaggevend
uninflected doorslaggevend
inflected doorslaggevende
comparative doorslaggevender
positive comparative superlative
predicative/adverbial doorslaggevend doorslaggevender het doorslaggevendst
het doorslaggevendste
indefinite m./f. sing. doorslaggevende doorslaggevendere doorslaggevendste
n. sing. doorslaggevend doorslaggevender doorslaggevendste
plural doorslaggevende doorslaggevendere doorslaggevendste
definite doorslaggevende doorslaggevendere doorslaggevendste
partitive doorslaggevends doorslaggevenders

Derived terms edit