minderjarig

Dutch

Etymology

From minder +‎ jaar +‎ -ig.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌmɪn.dərˈjaː.rəx/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: min‧der‧ja‧rig
• Rhymes: -aːrəx

Adjective

minderjarig (not comparable)

1. underage, minor, juvenile

   Antonyms: meerderjarig, volwassen

   Kinderen onder de 18 jaar worden beschouwd als minderjarig volgens de wet.

   Children under the age of 18 are considered underage according to the law.

   De rechten van minderjarige kinderen worden beschermd door specifieke wetten.

   The rights of minor children are protected by specific laws.

   De verdachte is nog minderjarig en zal voor de jeugdrechter verschijnen.

   The suspect is still juvenile and will appear before the juvenile judge.

Inflection

Inflection of minderjarig
uninflected	minderjarig
inflected	minderjarige
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		minderjarig
indefinite	m./f. sing.	minderjarige
	n. sing.	minderjarig
	plural	minderjarige
definite		minderjarige
partitive		minderjarigs

Derived terms

• minderjarige