Dutch edit

Etymology edit

vertrouwen (to trust) +‎ -lijk

Pronunciation edit

  • IPA(key): /vərˈtrɑu̯.ə.lək/
  • (file)
  • Hyphenation: ver‧trou‧we‧lijk

Adjective edit

vertrouwelijk (comparative vertrouwelijker, superlative vertrouwelijkst)

  1. confidential
    Synonym: confidentieel

Inflection edit

Inflection of vertrouwelijk
uninflected vertrouwelijk
inflected vertrouwelijke
comparative vertrouwelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial vertrouwelijk vertrouwelijker het vertrouwelijkst
het vertrouwelijkste
indefinite m./f. sing. vertrouwelijke vertrouwelijkere vertrouwelijkste
n. sing. vertrouwelijk vertrouwelijker vertrouwelijkste
plural vertrouwelijke vertrouwelijkere vertrouwelijkste
definite vertrouwelijke vertrouwelijkere vertrouwelijkste
partitive vertrouwelijks vertrouwelijkers