Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verwezenlijkend

  1. present participle of verwezenlijken

Declension edit

Declension of verwezenlijkend
uninflected verwezenlijkend
inflected verwezenlijkende
positive
predicative/adverbial verwezenlijkend
verwezenlijkende
indefinite m./f. sing. verwezenlijkende
n. sing. verwezenlijkend
plural verwezenlijkende
definite verwezenlijkende
partitive verwezenlijkends