geen pap meer kunnen zeggen
Dutch
editEtymology
editLiterally, “to not be able to say porridge anymore”. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.
Verb
editgeen pap meer kunnen zeggen (intransitive, idiomatic, informal)
- To be exhausted.
- Gelukkig zijn we eindelijk thuis, ik kan echt geen pap meer zeggen. ― Fortunately we are home at last, I really am exhausted.
- To be totally full; to have eaten one's fill.
- Na dat toetje kon ik geen pap meer zeggen. ― I was totally full after that dessert.
Conjugation
editConjugation of geen pap meer kunnen zeggen: see kunnen.