nijlpaard
Dutch
editEtymology
editFrom Nijl (“Nile”) + paard (“horse”), a loose calque of Latin hippopotamus, from Ancient Greek ἱπποπόταμος (hippopótamos). The same in German Nilpferd.
Pronunciation
editNoun
editnijlpaard n (plural nijlpaarden, diminutive nijlpaardje n)
- common hippopotamus (Hippopotamus amphibius)
- 2016, Anke Kranendonk, Een nijlpaard voor de juf, Zwijsen Uitgeverij, →ISBN:
- ‘Hemeltjelief,’ zegt juf Lieke. ‘Een nijlpaard op jullie dak? Wat een afschuwelijke gebeurtenis lijkt me dat. En vertel eens, is er iemand geblesseerd geraakt, of zo plat als een dubbeltje?’
- "Heavens to Betsy," says Ms Lieke (teacher). "A hippo on your (pl.) roof? That sounds like a horrible thing to happen to you. Tell me, did somebody get injured or get as flat as a pancake?"
- hippopotamus, any of the Hippopotamidae
- Synonym: rivierpaard
Derived terms
editDescendants
edit- → Indonesian: kuda nil (calque)