seksueel overdraagbare aandoening

Dutch

Etymology

Literally, “sexually transmittable affliction”.

Pronunciation

• IPA^(key): /sɛksyˌeːl oːvərˌdraːxbaːrə ˈaːndunɪŋ/

• Audio:

  (file)

Noun

seksueel overdraagbare aandoening f (plural seksueel overdraagbare aandoeningen, diminutive seksueel overdraagbaar aandoeninkje n)

1. sexually transmitted disease

Synonyms

• soa, geslachtsziekte (formal)