stortbevalling
Dutch
editEtymology
editCompound of storten (“to plummet, to dump”) + bevalling (“labour”).
Pronunciation
editNoun
editstortbevalling f (plural stortbevallingen)
- precipitate labour; a labour with a short timespan between the beginning of cervical dilation and childbirth
- 1919 June 1, “Mededeelingen uit de praktijk”, in Tijdschrift voor praktische verloskunde, volume 23, number 3, page 38:
- 1 October 1917 had vrouw A. een stortbevalling.
- On October 1st 1917 mrs. A. had a precipitate labour.