travertijnsteen
Dutch edit
Etymology edit
Compound of travertijn + steen.
Pronunciation edit
Noun edit
travertijnsteen m or n (uncountable)
- travertine [from late 18th c.]
- 1793, Wilhelm. Xaverius Jansen, Reize door Italien, in den jaare MDCCLXXXV, part 2, publ. by A. & J. Honkoop page 42.
- De Fontein is ongemeen ſchoon, van Travertijnſteen opgericht en met Marmer en Graniet opgeſierd; zij heeft drie Nisſen, in welker middenſte Mozes ſtaat, ſlaande het water uit eene Steenrots.
- (please add an English translation of this quotation)
- Synonym: travertijn
- 1793, Wilhelm. Xaverius Jansen, Reize door Italien, in den jaare MDCCLXXXV, part 2, publ. by A. & J. Honkoop page 42.