Dutch edit

Etymology edit

Literally, “falling star”. First attested in the late 17th century, but not popular until the 18th century.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌvɑ.lən.də ˈstɛr/
  • Hyphenation: val‧len‧de ster

Noun edit

vallende ster f (plural vallende sterren)

  1. shooting star, meteor
    • 1686, Johannes Aysma, "'t Samen-Schaakeling of Keeten deser Ordentelijcke Verhandeling, Van het Ryck der Goden, Onder d'Eenige-Waare-God", Timotheus ten Hoorn (publ.), page 83.
      Tot dat geen dat in den Hemel is , kunnen oock gebracht werden, de verſcheyden Beweegingen des Luchts, diemen Winden noemt, oock de Dampen, Nevels en Wolchen, de Reegen en daar in de Reegenboog, de Dauw en Meeldauw, de Rijp, de Sneeu en Hagel, de Blixem, Donder en Donderſtraalen, of Weer-lichten in Schijnſels, Wolcke-ſcheuringen , Dwaal-lichten, Schietende of vallende Sterren , vliegende Draaken , en meer andere diergelijcke Dingen , welckers drooge Dampen , door hitte veroorſaackt, in den Lucht op geheeven zijnde , aldaar werden ontſtoocken en vervolgens vuurige verheffingen verwekken.
      (please add an English translation of this quotation)
    Synonym: meteoor

Descendants edit

  • Indonesian: bintang jatuh (calque)