videogesprek

Dutch

Etymology

From video +‎ gesprek (“conversation”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈvi.di.oː.ɣəˌsprɛk/

• audio

  (file)

• Hyphenation: vi‧deo‧ge‧sprek

Noun

videogesprek n (plural videogesprekken, diminutive videogesprekje n)

1. video call

   Tijdens het videogesprek kon ik mijn familie aan de andere kant van de wereld zien.

   During the video call, I could see my family on the other side of the world.

   Het videogesprek met mijn collega's was erg handig omdat we allemaal op afstand werkten.

   The video call with my colleagues was very useful as we were all working remotely.

   Ze voerden regelmatig videogesprekken om contact te houden, ook al waren ze fysiek gescheiden.

   They had regular video calls to stay in touch, even though they were physically apart.

   Tijdens het videogesprekje toonde de peuter enthousiast zijn speelgoed aan zijn grootouders.

   During the video call, the toddler enthusiastically showed his toys to his grandparents.

   Het videogesprekje met mijn vrienden verliep soepel, en het voelde bijna alsof we in dezelfde kamer waren.

   The video call with my friends went smoothly, and it almost felt like we were in the same room.

Related terms

• videobellen