voorpiek

Dutch

Etymology

From voor +‎ piek.

Pronunciation

Hyphenation: voor‧piek

Noun

voorpiek f (plural voorpieken, diminutive voorpiekje n)

forepeak
Coordinate term: achterpiek

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=voorpiek&oldid=80162680"