zelfverdediging
Dutch edit
Etymology edit
From zelf- (“self-”) + verdediging (“defense”).
Pronunciation edit
Noun edit
zelfverdediging f (plural zelfverdedigingen)
- self-defense (US), self-defence (Commonwealth)
From zelf- (“self-”) + verdediging (“defense”).
zelfverdediging f (plural zelfverdedigingen)