Dutch edit

Etymology edit

From onder- +‎ tunnel +‎ -en.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈtʏ.nə.lə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: on‧der‧tun‧ne‧len

Verb edit

ondertunnelen

  1. (transitive) to build a tunnel underneath

Inflection edit

Conjugation of ondertunnelen (weak, prefixed)
infinitive ondertunnelen
past singular ondertunnelde
past participle ondertunneld
infinitive ondertunnelen
gerund ondertunnelen n
present tense past tense
1st person singular ondertunnel ondertunnelde
2nd person sing. (jij) ondertunnelt ondertunnelde
2nd person sing. (u) ondertunnelt ondertunnelde
2nd person sing. (gij) ondertunnelt ondertunnelde
3rd person singular ondertunnelt ondertunnelde
plural ondertunnelen ondertunnelden
subjunctive sing.1 ondertunnele ondertunnelde
subjunctive plur.1 ondertunnelen ondertunnelden
imperative sing. ondertunnel
imperative plur.1 ondertunnelt
participles ondertunnelend ondertunneld
1) Archaic.