onderwaarderen

Dutch

Etymology

From onder- +‎ waarderen.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌɔn.dər.ʋaːrˈdeː.rə(n)/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: on‧der‧waar‧de‧ren

Verb

onderwaarderen

1. to underappreciate
2. to underestimate, to undervalue

Conjugation

Conjugation of onderwaarderen (weak, prefixed)
infinitive	onderwaarderen
past singular	onderwaardeerde
past participle	onderwaardeerd
infinitive	onderwaarderen
gerund	onderwaarderen n
	present tense	past tense
1st person singular	onderwaardeer	onderwaardeerde
2nd person sing. (jij)	onderwaardeert, onderwaardeer2	onderwaardeerde
2nd person sing. (u)	onderwaardeert	onderwaardeerde
2nd person sing. (gij)	onderwaardeert	onderwaardeerde
3rd person singular	onderwaardeert	onderwaardeerde
plural	onderwaarderen	onderwaardeerden
subjunctive sing.1	onderwaardere	onderwaardeerde
subjunctive plur.1	onderwaarderen	onderwaardeerden
imperative sing.	onderwaardeer
imperative plur.1	onderwaardeert
participles	onderwaarderend	onderwaardeerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.