Afrikaans

edit

Adjective

edit

Samoaanse

  1. attributive form of Samoaans

Dutch

edit

Etymology

edit

From Samoaans (Samoan) +‎ -e.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌsaːmoːˈaːnsə/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: Sa‧mo‧aan‧se

Noun

edit

Samoaanse f (plural Samoaansen, masculine Samoaan)

  1. (uncommon) A Samoan woman.
    • 1995, Hans Bouman, “Bierflessen markeren de Stille Zuidzee-droom”, in de Volkskrant:
      Aggie was de dochter van een geëmigreerde Engelsman en een Samoaanse.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2012 September, “Wij gedenken: Paese Susuga”, in Drieluik, volume 3, number 7, page 23:
      Zij brachten eer aan de vrouw die als eerste Samoaanse in Nederland vanaf 1956 voor velen een eerste contact op vreemde bodem was.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2019 June 19, Thomas Muntz, Simone Peek, “Na het einde van de wereld”, in de Groene Amsterdammer:
      Je kunt straks een brief lezen van een afgewezen Samoaanse die hoopte skiles te gaan geven, geschreven door Hanna Bervoets
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2019, Vera Buck, Het boek van de vergeten artiesten, tr. by Sylvia Wevers, Karakter Uitgevers (publ.).
      De toeloop was zo groot dat sommige Samoaansen op hun matrassen bijna doodgetrapt werden.
      (please add an English translation of this quotation)

Adjective

edit

Samoaanse

  1. inflection of Samoaans:
    1. masculine/feminine singular attributive
    2. definite neuter singular attributive
    3. plural attributive