artse

Afrikaans

Noun

artse

1. plural of arts

Dutch

Etymology

From arts +‎ -e.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈɑrtsə/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: art‧se

Noun

artse f (plural artsen)

1. (rare, nonstandard) female equivalent of arts (“doctor”)
   • 1934, Pro leproos, Volumes 2-3, page 69:

     Dezelfde Duitsche zendingsorganisatie heeft thans ook in Borneo's hoofdstad Bandjermasin een artse tewerkgesteld, als leidster van een ziekenhuis voor vrouwen en voor kinderen.

     The same German missionary organisation has employed a female doctor in Borneo's capital Bandjermasin, as female leader of a hospital for women and children.

   • 1948, Siti Marijam, De Indonesische vrouw, 1898-1948, page 11:

     De eerste dame, die als Indonesisch artse afstudeerde, was dokter Marie Thomas (uit de Minahasa), later gehuwd met dokter Mohamad Joesoef; de tweede Indonesisch artse was dokter Anna Marouw, later gehuwd met dokter Karamoy.

     The first lady that graduated as female doctor was doctor Maria Thomas (from Minahasa), who married later to (male) doctor Mohamad Yusuf; the second Indonesian female doctor was Anna Marouw, who married later with (male) doctor Karamoy.

   • 1970, February 2, De Telegraaf: Pokkenpatiënt overleed aan hartkwaal, [1]:

     Volgens de artse is de man echter aan een hartkwaal overleden en niet aan de gevolgen van de pokken.

     According to the female doctor however the man died to a heart disease and not to smallpox.

   • 2000, Hollands maandblad, Nummers 626-636, page 82:

     Werd boven de ontblote gordel betast door een artse.

     Was touched above the belt by a female doctor.