bankensector
Dutch
editAlternative forms
editEtymology
editCompound of bank (“bank”) + -en- + sector (“sector”).
Pronunciation
editNoun
editbankensector m (plural bankensectoren or bankensectors, diminutive bankensectortje n)
Compound of bank (“bank”) + -en- + sector (“sector”).
bankensector m (plural bankensectoren or bankensectors, diminutive bankensectortje n)