beemd
Dutch edit
Etymology edit
From Middle Dutch beemt. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.
Pronunciation edit
Noun edit
beemd m (plural beemden, diminutive beemdje n)
- low-lying pasture near water, e.g. a flood plain or a grassy polder
- 1974, Thijs van Leer & Jan Akkerman, "Hamburger Concerto", Focus, Hamburger Concerto, quoting Vondel, "O, Kerstnacht schoner dan de dagen".
- Hij tracht d' onnozelen te vernielen / Door het doden van onnozele zielen / En wekt een stad en landgeschrei / In Bethlehem en op den akker / En maakt den geest van Rachel wakker / Die waren gaat door beemd en wei
- He tries to exterminate the innocent / by killing innocent souls / and rouses weeping in town and country / in Bethlehem and on the field / and awakens the ghost of Rachel / who begins to haunt through moor and pasture
- 1974, Thijs van Leer & Jan Akkerman, "Hamburger Concerto", Focus, Hamburger Concerto, quoting Vondel, "O, Kerstnacht schoner dan de dagen".