Dutch

edit

Etymology

edit

Borrowed from French conflagration, from Middle French [Term?], from Latin cōnflagrātiō.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌkɔn.flaːˈɣraː.(t)si/
  • Hyphenation: con‧fla‧gra‧tie
  • Rhymes: -aːtsi

Noun

edit

conflagratie f (plural conflagraties, diminutive conflagratieje n)

  1. (philosophy, religion) conflagration, cyclical or eschatological destruction of the world through fire
    • 1998, Joris van Eijnatten, Hogere sferen. De ideeënwereld van Willem Bilderdijk (1756-1831), Verloren, 332.
      De eerste plaatst het duizendjarig rijk vóór het Laatste Oordeel, de tweede laat het rijk volgen op de grote conflagratie die de huidige aardbol zal vernietigen.
    • 2013, Jan Hertogen, "De ontdekking en meting van 'deep time'", in Pieter d'Hoine & Bart Pattyn (eds.), XXI. Tijd, evolutie en duurzaamheid., in Lessen voor de eenentwintigste eeuw (series), vol. 19, 112.
      De geotheorie schildert een evolutie van chaos, complete ordening, degeneratie door de zondvloed, conflagratie, en herstel van de orde als proloog op de 'tweede komst' van Jezus.
      (please add an English translation of this quotation)
  2. any large fire
  3. any vehement conflict

Synonyms

edit