Dutch edit

Etymology edit

Compound of Sranan Tongo dia (deer) + klaroen (Amaranthus dubius), a partial calque of Sranan Tongo diakrarun.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈdi.aː.klaːˌrun/
  • Hyphenation: di‧a‧kla‧roen
  • Rhymes: -un

Noun edit

diaklaroen m (uncountable)

  1. (Suriname) Centropogon cornutus
    Synonym: leeuwenbek
    • 1942 August, Gerold Stahel, “De nuttige planten van Suriname [The useful plants of Suriname]”, in Bulletin[1], number 57, Paramaribo: Departement Landbouwproefstation in Suriname, Oliveira, page 15:
      Diaklaroen en javanesi toriman zijn 2 bekende gewassen, die veel langs wegen en op open plaatsen voorkomen, en vooral door de Javanen worden gegeten, wanneer de bladeren nog jong en zacht zijn. Door andere bevolkingsgroepen worden deze beide groenten zelden geconsumeerd.
      Centropogon cornutus and Bidens pilosa are two familiar crops, which are common along roads and in open places, and are eaten mainly by Javanese, when the leaves are still young and tender. Both of these vegetables are rarely consumed by other ethnic groups.