getijdeneiland
Dutch
editEtymology
editCompound of getijde (“tide”) + -en- + eiland (“island”).
Pronunciation
editNoun
editgetijdeneiland n (plural getijdeneilanden, diminutive getijdeneilandje n)
Compound of getijde (“tide”) + -en- + eiland (“island”).
getijdeneiland n (plural getijdeneilanden, diminutive getijdeneilandje n)