Dutch edit

Alternative forms edit

Etymology edit

From Gideon +‎ -s- +‎ bende (band), based on the story in Judges 7.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈɣi.deː.ɔnsˌbɛn.də/
  • (file)
  • Hyphenation: gi‧de‧ons‧ben‧de

Noun edit

gideonsbende f (plural gideonsbendes or gideonsbenden)

  1. small militant band pretending to represent a much larger group.
    • 2014 December 21, Sam Janse, “Het wapen van de Weerloze”, in Trouw:
      Het resultaat van Jezus' optreden was geen legioen, ook geen gideonsbende die in Gods naam de heilige oorlog zou voeren tegen de vijanden, maar een gemeente.
      (please add an English translation of this quotation)