hondenbaan
Dutch
editEtymology
editCompound of hond (“dog”) + -en- + baan (“job”).
Pronunciation
editNoun
edithondenbaan f (plural hondenbanen, diminutive hondenbaantje n)
Compound of hond (“dog”) + -en- + baan (“job”).
hondenbaan f (plural hondenbanen, diminutive hondenbaantje n)