hoofdpersoon

Dutch edit

Etymology edit

Compound of hoofd (“head”) +‎ persoon (“person”).

Pronunciation edit

IPA^(key): /ˈɦoːft.pɛrˌsoːn/
Audio (file)
Hyphenation: hoofd‧per‧soon

Noun edit

hoofdpersoon m or f (plural hoofdpersonen, diminutive hoofdpersoontje n)

protagonist
Synonyms: hoofdfiguur, hoofdpersonage, hoofdrol, hoofdrolspeler, protagonist

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=hoofdpersoon&oldid=54890788"