hoortoestel
Dutch
editEtymology
editCompound of horen (“to hear”) + toestel (“device”).
Pronunciation
editNoun
edithoortoestel n (plural hoortoestellen, diminutive hoortoestelletje n)
- hearing aid
- Synonym: gehoorapparaat
Compound of horen (“to hear”) + toestel (“device”).
hoortoestel n (plural hoortoestellen, diminutive hoortoestelletje n)