neushoorn
Dutch
editAlternative forms
editEtymology
editFrom neus (“nose”) + hoorn (“horn”), a calque of Ancient Greek ῥινόκερως (rhinókerōs).
Pronunciation
editNoun
editneushoorn m (plural neushoorns, diminutive neushoorntje n)
- rhinoceros, mammal of the family Rhinocerotidae
Derived terms
edit- breedlipneushoorn
- Etruskische neushoorn
- Indische neushoorn
- Javaanse neushoorn
- neushoornkever
- neushoornvogel
- pantserneushoorn
- puntlipneushoorn
- Sumatraanse neushoorn
- witte neushoorn
- zwarte neushoorn
Descendants
edit- Afrikaans: neushoring