paardenvijg
Dutch
editAlternative forms
edit- paardevijg (superseded)
Etymology
editCompound of paard + -en- + vijg.
Pronunciation
editNoun
editpaardenvijg f (plural paardenvijgen, diminutive paardenvijgje n)
- piece of horse dung
- Pas op voor de paardenvijg op het pad.
- Watch out for the horse dung on the path.
- De straat was bezaaid met paardenvijgen na de parade.
- The street was littered with pieces of horse dung after the parade.
- Hij stapte per ongeluk in een paardenvijg.
- He accidentally stepped in a piece of horse dung.