toverlantaarn
Dutch
editAlternative forms
editEtymology
editFrom toveren + lantaarn, calque of Latin lanterna magica.
Pronunciation
editNoun
edittoverlantaarn f (plural toverlantaarns)
- a magic lantern [from early 18th c.]
- (dated, slang, derogatory, chiefly Amsterdam, metonymically) an ugly person, a monster, in particular an ugly woman [mid 18th–mid 20th c.]
- 1936, Anton Roothaert, Doctor Vlimmen, W.L. Salm & Co. (publ., 3rd ed., 1937), page 33.
- Zo zacht mogelijk zet hij de wagen buiten, nog steeds onder de invloed van de Angelsaksische deugdzaamheid, die alles overwint. In een andere stemming geeft hij in de stille woonstraat een onbeschofte hoeveelheid gas, om zich te wreken op ‘die twee toverlantaarns’, de dames Stroeks, die heel de dag aan de overkant achter de gordijntjes zitten te roddelen, en hoofdzakelijk over hèm, natuurlijk...
- (please add an English translation of this quotation)
- 1962, Theun de Vries, “Signalen uit het donker”, in Maatstaf, volume X, page 358:
- {{{1}}}: M'kala, ook genaamd Johnson... Juist. En opschieten een beetje, ouwe toverlantaarn!
- (please add an English translation of this quotation)
- 1936, Anton Roothaert, Doctor Vlimmen, W.L. Salm & Co. (publ., 3rd ed., 1937), page 33.
Categories:
- Dutch compound terms
- Dutch terms calqued from Latin
- Dutch terms derived from Latin
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio pronunciation
- Dutch lemmas
- Dutch nouns
- Dutch nouns with plural in -s
- Dutch feminine nouns
- Dutch dated terms
- Dutch slang
- Dutch derogatory terms
- Amsterdam Dutch
- Dutch metonyms
- Dutch terms with quotations