werkgeefster
Dutch
editEtymology
editFrom werk (“work”) + geven (“to give”) + -ster (female agentive suffix).
Pronunciation
editAudio: (file)
Hyphenation: werk‧geef‧ster
Noun
editwerkgeefster f (plural werkgeefsters, diminutive werkgeefstertje n, masculine werkgever)
- a female employer