Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Etymology 1

edit

From wit +‎ -jes.

Adjective

edit

witjes (not comparable)

  1. whitish or pale, as if sick
    Synonym: pips
    Het koortsige meisje ziet een beetje witjes.The feverish girl looks a bit pale.
    Na het horen van het nieuws zag hij er witjes uit.After hearing the news, he looked pale.
    Na de lange wandeling in de kou, waren zijn handen witjes.After the long walk in the cold, his hands were pale.

Etymology 2

edit

See the etymology of the corresponding lemma form.

Noun

edit

witjes

  1. plural of witje