Dutch edit

Etymology edit

From aaneen +‎ schrijven.

Pronunciation edit

  • IPA(key): /aːnˈeːnˌsxrɛi̯.və(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: aan‧een‧schrij‧ven

Verb edit

aaneenschrijven

  1. (transitive) to spell (something) solid
    Synonym: aan elkaar schrijven
    Antonym: los schrijven

Inflection edit

Inflection of aaneenschrijven (strong class 1, separable)
infinitive aaneenschrijven
past singular schreef aaneen
past participle aaneengeschreven
infinitive aaneenschrijven
gerund aaneenschrijven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular schrijf aaneen schreef aaneen aaneenschrijf aaneenschreef
2nd person sing. (jij) schrijft aaneen schreef aaneen aaneenschrijft aaneenschreef
2nd person sing. (u) schrijft aaneen schreef aaneen aaneenschrijft aaneenschreef
2nd person sing. (gij) schrijft aaneen schreeft aaneen aaneenschrijft aaneenschreeft
3rd person singular schrijft aaneen schreef aaneen aaneenschrijft aaneenschreef
plural schrijven aaneen schreven aaneen aaneenschrijven aaneenschreven
subjunctive sing.1 schrijve aaneen schreve aaneen aaneenschrijve aaneenschreve
subjunctive plur.1 schrijven aaneen schreven aaneen aaneenschrijven aaneenschreven
imperative sing. schrijf aaneen
imperative plur.1 schrijft aaneen
participles aaneenschrijvend aaneengeschreven
1) Archaic.