Home
Random
Log in
Settings
Donations
About Wiktionary
Disclaimers
Search
ervandaan
Language
Watch
Edit
Contents
1
Dutch
1.1
Etymology
1.2
Pronunciation
1.3
Adverb
1.3.1
Inflection
Dutch
edit
Etymology
edit
Univerbation
of
er
+
vandaan
.
Pronunciation
edit
IPA
(
key
)
:
/ər.vɑnˈdaːn/
,
/ˌɛr.vɑnˈdaːn/
Audio
(
file
)
Hyphenation:
er‧van‧daan
Rhymes:
-aːn
Adverb
edit
ervandaan
pronominal adverb
form of
vandaan
+
het
Inflection
edit
Pronominal adverbs of
ervandaan
preposition
—
postpositional adv.
vandaan
+
het
(it)
ervandaan
+
dit
(this)
hiervandaan
+
dat
(that)
daarvandaan
+
wat
(what)
waarvandaan
+
iets
(something)
ergens
vandaan
+
niets
(nothing)
nergens
vandaan
+
alles
(everything)
overal
vandaan