Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

aangevallen

  1. past participle of aanvallen

Declension

edit
Declension of aangevallen
uninflected aangevallen
inflected aangevallen
positive
predicative/adverbial aangevallen
indefinite m./f. sing. aangevallen
n. sing. aangevallen
plural aangevallen
definite aangevallen
partitive aangevallens