Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

geëxposeerd

  1. past participle of exposeren

Declension

edit
Declension of geëxposeerd
uninflected geëxposeerd
inflected geëxposeerde
positive
predicative/adverbial geëxposeerd
indefinite m./f. sing. geëxposeerde
n. sing. geëxposeerd
plural geëxposeerde
definite geëxposeerde
partitive geëxposeerds