Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

geabonneerd

  1. past participle of abonneren

Declension

edit
Declension of geabonneerd
uninflected geabonneerd
inflected geabonneerde
positive
predicative/adverbial geabonneerd
indefinite m./f. sing. geabonneerde
n. sing. geabonneerd
plural geabonneerde
definite geabonneerde
partitive geabonneerds