Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geactiveerd

  1. past participle of activeren

Declension edit

Inflection of geactiveerd
uninflected geactiveerd
inflected geactiveerde
positive
predicative/adverbial geactiveerd
indefinite m./f. sing. geactiveerde
n. sing. geactiveerd
plural geactiveerde
definite geactiveerde
partitive geactiveerds