Dutch

edit

Participle

edit

gebetonneerd

  1. past participle of betonneren

Declension

edit
Declension of gebetonneerd
uninflected gebetonneerd
inflected gebetonneerde
positive
predicative/adverbial gebetonneerd
indefinite m./f. sing. gebetonneerde
n. sing. gebetonneerd
plural gebetonneerde
definite gebetonneerde
partitive gebetonneerds