Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gecastreerd

  1. past participle of castreren

Declension

edit
Declension of gecastreerd
uninflected gecastreerd
inflected gecastreerde
positive
predicative/adverbial gecastreerd
indefinite m./f. sing. gecastreerde
n. sing. gecastreerd
plural gecastreerde
definite gecastreerde
partitive gecastreerds