Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gecompileerd

  1. past participle of compileren

Declension

edit
Declension of gecompileerd
uninflected gecompileerd
inflected gecompileerde
positive
predicative/adverbial gecompileerd
indefinite m./f. sing. gecompileerde
n. sing. gecompileerd
plural gecompileerde
definite gecompileerde
partitive gecompileerds