Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gecondenseerd

  1. past participle of condenseren

Declension

edit
Declension of gecondenseerd
uninflected gecondenseerd
inflected gecondenseerde
positive
predicative/adverbial gecondenseerd
indefinite m./f. sing. gecondenseerde
n. sing. gecondenseerd
plural gecondenseerde
definite gecondenseerde
partitive gecondenseerds